[1]
Volle verzeek'ring, Jezus is mijn!
Wat schenkt dat rust aan 't volgzaam gemoed.
In Hem zal 'k zalig, zalig steeds zijn,
wedergeboren door Jezus' bloed.
[chorus]
Dit is mijn vreugde, altoos te zijn
in mijnen Heiland; Jezus is mijn!
Dit is mijn vreugde. altoos te zijn
in mijnen Heiland; Jezus is mijn!
[2]
Voll' onderwerping, Zijn eigendom,
in Hem te rusten, heerlijk genot!
't Eigen ik doden, Zijn wil alleen;
rijk in mijn Heiland, leven voor God.
[chorus]
Dit is mijn vreugde, altoos te zijn
in mijnen Heiland; Jezus is mijn!
Dit is mijn vreugde. altoos te zijn
in mijnen Heiland; Jezus is mijn!
[3]
Volle verlossing, gans vrij te zijn,
'k mag alles leggen in Zijne hand;
't harte naar boven, 't oog hemelwaarts;
zo Jezus volgen naar 't Vaderland.
[chorus]
Dit is mijn vreugde, altoos te zijn
in mijnen Heiland; Jezus is mijn!
Dit is mijn vreugde. altoos te zijn
in mijnen Heiland; Jezus is mijn!
[4]
Volle bewustheid; Hij leeft voor mij!
Dit geeft mij blijvend, heerlijk genot!
'k mag altijd wand'len aan Jezus' zij,
'k mag nu steeds leven voor mijnen God.
[chorus]
Dit is mijn vreugde, altoos te zijn
in mijnen Heiland; Jezus is mijn!
Dit is mijn vreugde. altoos te zijn
in mijnen Heiland; Jezus is mijn