[1]
Zullen we eens elkaar ontmoeten
in dat land van zaligheid,
waar wij altijd met de Heiland
zijn van alle leed bevrijd?
[chorus]
Zult ge er zijn, zult ge er zijn?
Zult ge er zijn, zult ge er zijn?
Zullen we eens elkaar ontmoeten,
waar geen scheiding meer zal zijn?
[2]
Zullen we in die veil'ge haven
ank'ren na volbrachte reis
en na doorgestane stormen
rusten in het paradijs?
[chorus]
Zult ge er zijn, zult ge er zijn?
Zult ge er zijn, zult ge er zijn?
Zullen we eens elkaar ontmoeten,
waar geen scheiding meer zal zijn?
[3]
Zullen we onze dierb'ren weerzien,
die ons zijn vooruit gegaan?
Zullen wij hun stem weer horen,
hun gelaat weer gadeslaan?
[chorus]
Zult ge er zijn, zult ge er zijn?
Zult ge er zijn, zult ge er zijn?
Zullen we eens elkaar ontmoeten,
waar geen scheiding meer zal zijn?
[4]
Zullen we eens elkaar ontmoeten
om te scheiden nimmermeer,
waar wij eeuwig zullen juichen
tot des Heilands lof en eer?
[chorus]
Zult ge er zijn, zult ge er zijn?
Zult ge er zijn, zult ge er zijn?
Zullen we eens elkaar ontmoeten,
waar geen scheiding meer zal zijn