[1]
O denk aan het huis bij de Heer!
Aan het oord waar geen nacht is of leed,
Waar Gods heil'gen hun Koning ter eer,
In het smetteloos wit zijn gekleed.
[chorus]
Bij de Heer, bij de Heer,
O denk aan het huis bij de Heer. (bis)
[2]
O loof nu uw Heiland en Heer
Die ons voor is gegaan tot Gods troon,
Waar nu 't loflied de Koning ter eer,
Jezus dank zegt op juub'lende toon.
[chorus]
Bij de Heer, bij de Heer,
O denk aan het huis bij de Heer. (bis)
[3]
In 't land onzer rust wacht de Heer,
Wachten eng'len en Serafs ook mij.
Ja, ook ik zing mijn Koning ter eer,
Eerlang in de zalige rei.
[chorus]
Bij de Heer, bij de Heer,
O denk aan het huis bij de Heer. (bis)
[4]
Hoe goed, o hoe zalig, mijn hart,
Dat de tijdstroom ten einde haast spoedt
Dat 'k onsterf'lijk, ontworsteld aan smart,
U dan heilig en zalig ontmoet.
[chorus]
Bij de Heer, bij de Heer,
O denk aan het huis bij de Heer. (bis