[1]
Komt allen, dienaars van de Heer,
zegent zijn naam en geeft Hem eer,
u die in 't huis des Heren staat
en in de nacht Hem dienen gaat.
[2]
Heft nu uw handen naar omhoog,
richt op het heiligdom uw oog.
Brengt uit des Heren tempelhof
aan Hem uw dank, uw lied en lof.
[3]
Uit Sion dale op u neer
de zegen van uw God, de Heer,
die hemel, aarde, al wat leeft,
zijn naam ter eer geschapen heeft.