[1]
Daar staat iemand aan de deur,
laat Hem in, laat Hem in,
stel de Heiland niet teleur,
laat Hem in, o, laat Hem in.
[chorus]
Hoor Hem kloppend buiten staan,
wil Zijn roepstem niet versmaân,
wil niet ledig henen gaan,
laat, o laat Hem in, o laat Hem in.
[2]
Zondaar, open toch uw hart, laat Hem in.
Al uw wachten doet Hem smart, laat Hem in.
[chorus]
Hoor Hem kloppend buiten staan,
wil Zijn roepstem niet versmaân,
wil niet ledig henen gaan,
laat, o laat Hem in, o laat Hem in.
[3]
Hij zoekt steeds des mensen heil, laat Hem in.
Zelfs gaf Hij Zijn leven veil, laat Hem in.
[chorus]
Hoor Hem kloppend buiten staan,
wil Zijn roepstem niet versmaân,
wil niet ledig henen gaan,
laat, o laat Hem in, o laat Hem in.
[4]
Wilt gij blijdschap, liefd' en vreê? Laat Hem in.
Hij deelt u dit gaarne meê, laat Hem in.
[chorus]
Hoor Hem kloppend buiten staan,
wil Zijn roepstem niet versmaân,
wil niet ledig henen gaan,
laat, o laat Hem in, o laat Hem in