[1]
't Kan zijn in de morgen,
bij 't zwichten van 't duister,
als t zonlicht de neev'len
verdrijft door haar luister,
dat Jezus terugkeert
en Hij ied're kluister
der Zijnen voor altijd verbreekt.
[chorus]
Jezus, Heiland, hoe lang, hoe lang,
Eer U ons feestgezang
tegenjubelt: Halleluja! Halleluja! Amen.
Halleluja! Amen.
[2]
't Kan zijn op de middag
of als reeds bij 't dalen
de zon 't west verguldt
met haar gloedrode stralen,
dat Jezus Zijn grens stelt
aan 't zwoegen en dwalen
Zijns volks, en hun ruste bereidt.
[chorus]
Jezus, Heiland, hoe lang, hoe lang,
Eer U ons feestgezang
tegenjubelt: Halleluja! Halleluja! Amen.
Halleluja! Amen.
[3]
O, blijdschap, dan dreigt ons
geen smart meer of sterven,
dan zullen Gods strijders
hun eerkroon verwerven,
als God met Zijn Zoon
ons de vreugde doet erven,
die 't kruis onzes Konings bekroont.
[chorus]
Jezus, Heiland, hoe lang, hoe lang,
Eer U ons feestgezang
tegenjubelt: Halleluja! Halleluja! Amen.
Halleluja! Amen