(282) Hoor, hoor, mijn ziel
[1]
Hoor, hoor, mijn ziel, hoor om ons eng'len zingen!
Met helder blij gezang en stil gebed
zijn dienaars, die des Vaders troon omringen.
altijd ook daar, waar ik mijn schreden zet.
[chorus]
Eng'len van Jezus houden de wacht,
zingen hun welkom den pelgrims in de nacht.
[2]
Zingt, eng'len zingt! Straks zult g' ons welkom heten
omhoog waar ons de hemel vreugde biedt,
waar strijd en dood en rouw zal zijn vergeten.
O, zingt ons van de hemel in uw lied.
[chorus]
Eng'len van Jezus houden de wacht,
zingen hun welkom den pelgrims in de nacht.
[3]
Als soms op aard' de wolken 't licht verduist'ren,
dan zien wij op tot Hem, die 't al gebiedt.
Zijn eng'len zingen! Laat ons naar Hem luist'ren.
De Heer is God, Hij doet de nacht teniet.
[chorus]
Eng'len van Jezus houden de wacht,
zingen hun welkom den pelgrims in de nacht