(293) Waak op mijn hart, mijn tong, stem aan
[1]
Waak op mijn hart, mijn tong, stem aan:
zing God' een dankbaar lied;
de Heer heeft bij mij welgedaan,
mij is genâ geschied.
[2]
Zijn goedheid heeft mij vreugd verwekt;
'k was gans onrein en naakt.
Zijn liefde heeft mijn schuld bedekt,
mij weer Zijn kind gemaakt.
[3]
Juicht, heilsgenoten, met mij mee
en roemt in Christus' kruis;
Zijn offer schenkt ons hart Zijn vreê
en deel in 't Vaderhuis.
[4]
Ons halleluja juub'le blij
tot eer van Gods genâ;
In Jezus zijn wij rein en vrij,
looft God, halleluja!