[1]
De Heer zal komen, ja weldra,
wees voor Zijn komst bereid;
ontvang Zijn volheid van genĂ¢,
wees voor Zijn komst bereid.
Rechtvaardig, heilig is de Heer,
getrouwen kroont Hij eens met eer:
als hun Verlosser komt Hij weer,
wees voor Zijn komst bereid.
[chorus]
Zult gij gereed zijn, als de Bruigom komt?
Zult gij gereed zijn. als de Bruigom komt?
Is uw lamp bereid voor Hem?
"Zult", klinkt haast de jubelstem,
"gij ook gereed zijn, als de Bruigom komt?"
[2]
Wat om u heen verdwijn' of vall',
Hij komt in heerlijkheid:
wat ook verzink' of sterven zal,
Hij komt in majesteit.
De Zoon des mensen van omhoog
komt weder op de wolkenboog;
aanschouwen zal Hem aller oog,
Hij komt in heerlijkheid.
[chorus]
Zult gij gereed zijn, als de Bruigom komt?
Zult gij gereed zijn. als de Bruigom komt?
Is uw lamp bereid voor Hem?
"Zult", klinkt haast de jubelstem,
"gij ook gereed zijn, als de Bruigom komt?"
[3]
Waak dan en bid en wees bereid,
wees wachtende op Hem,
let op de teek'nen van de tijd,
wees wachtende op Hem.
"Alleen de Vader weet die stond",
zo sprak eertijds des Heren mond;
Zijn wederkomst is ons verkond:
wees wachtende op Hem.
[chorus]
Zult gij gereed zijn, als de Bruigom komt?
Zult gij gereed zijn. als de Bruigom komt?
Is uw lamp bereid voor Hem?
"Zult", klinkt haast de jubelstem,
"gij ook gereed zijn, als de Bruigom komt?