(354) 't Oog omhoog, het hart naar boven
[1]
't Oog omhoog, het hart naar boven!
Hier beneden is het niet:
't ware leven, lieven, loven
is maar, daar men Jezus ziet.
Wat men hoor' of zie op aard,
is ons kost'lijk hart niet waard:
wil men leven, lieven, loven,
't oog omhoog, het hart naar hoven!
[2]
Jezus, bron der hemelvreugde,
die ons hart eens smaken zal;
wat ons ooit op aard verheugde,
Gij verheugt ons boven al!
Daar Gij ons reeds hier bereidt
voor des hemels heerlijkheid,
waar w' U eeuwig lieven, loven,
Jezus, trek ons hart naar boven!
[3]
Och, dat aller mensentongen,
aller Eng'len zang, o Heer,
samenstemden, samen zongen
eeuwig tot Uw lof en eer!
Zonder einde geeft Uw lof,
Jezus, ons de rijkste stof:
trek tot U ons hart naar boven,
dat w' U eeuwig lieven, loven.