(383) Komt laat ons saam, in Jezus' naam
[1]
Komt laat ons saâm,
in Jezus' naam,
als broeders hier vergâren;
en loven Hem,
wijl hart en stem
in zang en beê zich paren.
[2]
Die trouwe Heer
daalt zeeg'nend neer
tot al wie Hem aanbidden;
al zijn ook die
slechts twee of drie,
de Heer is in hun midden.
[3]
O welk een eer,
voor deze Heer
aanbiddend neêr te knielen,
die leed en stierf
en 't heil verwierf
voor diep verloorne zielen.
[4]
O zaligheid
wier troostrijkheid
geen schepsel kan verkorten,
in vreugde of smart
het ganse hart
voor Hem vrij uit te storten.
[5]
Het heilgeluid
wordt door Zijn bruid
met dankb're vreugd vernomen,
Uw Zielevrind, Die u bemint,
zal haastig tot u komen".
[6]
Halleluja!
Voor die genâ
tot Hem de stem naar boven!
Wij willen saâm
die grote Naam
van ganser harte loven.