[1]
Moet gij steeds met onspoed strijden,
Christen! Treur niet om uw lot!
Hulp ontbreekt u nooit in 't lijden.
Moet gij steeds met onspoed strijden,
wees tevreden met uw lot.
o, uw Redder is uw God!
[2]
Is de nood zo hoog gerezen,
dat gij nergens uitkomst ziet,
nog hebt gij geen kwaad te vrezen:
is de nood zo hoog gerezen,
dat gij nergens uitkomst ziet,
God, uw God, vergeet u niet.
[3]
Vest in bang' en droeve dagen
al uw hoop op Hem alleen;
schroom niet Hem om hulp te vragen:
vest in bang' en droeve dagen
al uw hoop op Hem alleen.
Hij kan helpen, Hij alleen.
[4]
'k Weet, Zijn woord is ja en amen,
Zijn beloften feilen niet.
Nimmer zal Hij ons beschamen;
'k weet Zijn woord is ja en amen,
Zijn beloften feilen niet,
zalig hij, die tot Hem vliedt!