[1]
Jezus komt om ons van lijden,
van strijd en jamm'ren te bevrijden;
Hij komt met macht en majesteit.
In de dag van Zijn verschijnen
verandert Hij de smart der Zijnen
in eeuw'ge vreed' en heerlijkheid.
Hij rijst, de Morgenster,
Hij komt en is niet ver,
Uw bevrijder!
Juich, 's Heren volk!
Gelijk een wolk
verdwijnt uw smart voor hemelvreugd.
[2]
Ogenblikken van ons lijden!
Wat zijt Gij bij 't volmaakt verblijden
van aller eeuwen zaligheid!
Zie de kroon dáár opgehangen!
Streef rustig voort om 't pand 't ontvangen,
door Gods genaad' u toebereid!
Drukt smart of bang verdriet,
't vertraag' uw streven niet!
Overwinnaars,
nabij is 't loon van d' erekroon;
haast rijst uw hallel tot Gods eer.
[3]
Hij, die Zich ten Leidsman stelde,
uw lijden woog, uw tranen telde,
Hij streed met onuitdoofb're moed.
Hoe heeft Jezus niet gestreden,
volhard in tranen en gebeden,
hoe droeg Hij 't kruis, hoe vloot Zijn bloed.
Maar 't oog Zijns vijand vond
Hem in die bangste stond
zonder vrezen,
daar van omhoog in 't brekend oog
de Midd'laarskroon Hem tegenblonk.
[4]
Zalig, als wij met Hem lijden!
Eens zullen w' ons met Hem verblijden,
en delen in Zijn heerschappij!
Laat ons strijden, voor Hem leven
en op Hem ziende voorwaarts streven.
Zijn liefd' en Geest zijn ons nabij;
Zijn hulp zendt Hij ons neêr,
Zijn grote naam is:
"Heer, onze Sterkte!"
Wie Hem betrouwt en op Hem bouwt,
wordt eens verwinnaar saâm met Hem.