[1]
Er is een heuvel, ver van hier,
Zijn naam is Golgotha;
Daar stroomde eens de heilsrivier,
Vol leven en genâ.
[chorus]
Richt naar het kruis uw oog en zie,
Daar stierf Gods Zoon voor u;
Versmaad, o vriend, dat offer niet,
Kom tot de Heiland nu.
[2]
Hoe vrees'lijk is het, wat Gods Zoon,
Op Golgotha doorstond;
Hij was ten prooi aan spot en hoon,
Men sloeg Hem wond op wond.
[chorus]
Richt naar het kruis uw oog en zie,
Daar stierf Gods Zoon voor u;
Versmaad, o vriend, dat offer niet,
Kom tot de Heiland nu.
[3]
Aan 't kruis droeg Jezus onze schuld,
Zijn dood bracht ons genâ
Hij heeft voor ons de wet vervuld,
Voor mij, Halleluja!
[chorus]
Richt naar het kruis uw oog en zie,
Daar stierf Gods Zoon voor u;
Versmaad, o vriend, dat offer niet,
Kom tot de Heiland nu.
[4]
Geen mens kon voor een mens voldoen,
Geen engel, groot in macht;
Gods Zoon gaf Zelf Zich als rantsoen,
Hij heeft het al volbracht.
[chorus]
Richt naar het kruis uw oog en zie,
Daar stierf Gods Zoon voor u;
Versmaad, o vriend, dat offer niet,
Kom tot de Heiland nu