(155) Hoe zal ik U ontvangen
155
[1]
Hoe zal ik U ontvangen,
hoe wilt U zijn ontmoet,
O hoor naar mijn verlangen,
U bent mijn hoogste goed!
Heer, wil mijn geest verlichten!
Breng mij uw woorden bij
en wil mijn wegen richten
naar wat U vraagt van mij.
[2]
Ver van de troon der tronen
en 's hemels zonneschijn
wilt U bij mensen wonen,
en onze broeder zijn.
God wil door U verzoenen,
heft mensen naar omhoog.
En onder millioenen
rust ook op mij uw oog.
[3]
Wat deed U uit Gods zalen,
en uit zijn majesteit
op aarde nederdalen
dan uw menslievendheid?
't Was eindeloos erbarmen
met onze grote nood,
toen U ons met uw armen
zo liefderijk omsloot.
[4]
Nog eens zal Hij verschijnen
als rechter van 't heelal,
die 't hoofd van al de zijnen
voor eeuwig kronen zal.
Nog is die dag verborgen;
wacht hem gelovig af,
terwijl de grote morgen
reeds schemert boven 't graf.