(499) U behoort geheel mijn leven
[1]
U behoort geheel mijn leven.
U te dienen is mijn eer!
U te volgen is mijn roeping.
Ja, mijn hoogste vreugd, o Heer!
Hebt G'U zelf aan mij gegeven,
Heer, neem ook mijn offer aan;
dat mijn krachten tijd en gaven
immer U ten dienste staan.
[2]
Wijd mijn handen, dat ze werken
wat, mijn Heiland, U behaagt;
wijd mijn voeten, dat ze wand'len,
waar Uw liefdemacht mij schraagt.
Wijd mijn stem, opdat ik and'ren
van Uw goedheid spreken mag;
wijd mijn have, wijd mijn gave,
laat m' U dienen al de dag.
[3]
Wat de wereld ook belove,
Heer, Gij zijt mijn grootste schat;
laat m' in Uw nabijheid blijven,
houd Gij steeds mijn hand gevat.
Help mij, dat mijn licht moog' schijnen
ook op and'rer donk're paân;
laat m' in woord en daad belijden,
wat Gij hebt voor mij gedaan.