(513) God is getrouw
[1]
God is getrouw,
zijn plannen falen niet.
Hij kiest de Zijnen uit, Hij roept die allen.
Die 't heden kent, de toekomst overziet.
Laat van Zijn woorden
geen ter aarde vallen.
En 't werk der eeuwen,
dat Zijn Geest omspant.
Volvoert Zijn hand.
[2]
De Heer regeert!
Zijn koninkrijk staat vast.
Zijn heerschappij omvat de loop der tijden.
Een sterke hand, die nooit heeft misgetast.
Blijft met het heilig zwaard
des Geestes strijden.
En d' adem Zijner lippen
overmant de tegenstand.
[3]
De Heil'ge Geest,
die haar de toekomst spelt.
Doet aan Gods kerk
Zijn heilgeheimen weten.
Hij, die haar leidt en in de waarheid stelt.
Heeft Zijn bestek met wijsheid uitgemeten.
Hij trekt met heel Zijn kerk
van land tot land.
Als Gods gezant.