(517) O hoe heerlijk, hoe begeerlijk
[1]
O, hoe heerlijk, hoe begeerlijk,
Is de dienst van Jezus niet.
Niets op aarde haalt in waarde
Bij het heil, dat Hij ons biedt.
[2]
Hij geeft waarheid, Hij geeft klaarheid,
Zelfs in 't somber dodendal;
Hij geeft kronen, Hij geeft tronen,
Die geen macht vergruizen zal.
[3]
Hij geeft vrijheid, Hij geeft blijheid;
Hij geeft lust en kracht en moed,
Om te leven, om te streven
Naar het onvergank'lijk goed.
[4]
O, hoe teder kwam Hij neder,
Innig met mijn ziel begaan!
In Zijn lijden, in Zijn strijden
Heeft hij voor mijn schuld voldaan.
[5]
Halleluja! en Hosanna!
Prijst de Eengeboorne Gods!
Lof en ere, Hem de Here,
Aller eeuwen eeuw'ge rots!