[1]
Nooit zag 'k een vriend,
Die zo trouw was als Jezus,
Neen, nooit één! Neen, nooit één!
Hij toch heeft al mijne smarten genezen,
Hij alleen! Hij alleen!
[chorus]
O, kiest Hem als uw Vriend nog heden,
Hij zendt u nimmer troost'loos heen;
Nooit zag 'k een Vriend,
Die zo trouw was als Jezus,
Neen, nooit één! Neen, nooit één!
[2]
Niemand als Hij is zo zacht en zo teder,
Neen, niet één! Neen, niet één!
Hij bracht de vreê, en het leven ons weder,
Hij alleen! Hij alleen!
[chorus]
O, kiest Hem als uw Vriend nog heden,
Hij zendt u nimmer troost'loos heen;
Nooit zag 'k een Vriend,
Die zo trouw was als Jezus,
Neen, nooit één! Neen, nooit één!
[3]
Niemand als Hij is zo dicht aan uw zijde
Neen, niet één! Neen, niet één!
Hij kan uit elke verzoeking bevrijden,
Hij alleen! Hij alleen!
[chorus]
O, kiest Hem als uw Vriend nog heden,
Hij zendt u nimmer troost'loos heen;
Nooit zag 'k een Vriend,
Die zo trouw was als Jezus,
Neen, nooit één! Neen, nooit één!
[4]
Nooit heeft een zondaar vergeefs
Hem gebeden
Neen, nooit één! Neen, nooit één!
Hij gaf Zijn bloed tot verlossing en vrede,
Hij alleen! Hij alleen!
[chorus]
O, kiest Hem als uw Vriend nog heden,
Hij zendt u nimmer troost'loos heen;
Nooit zag 'k een Vriend,
Die zo trouw was als Jezus,
Neen, nooit één! Neen, nooit één!
[5]
Nooit schoner gift is der wereld gegeven!
Neen, nooit één! Neen, nooit één!
Jezus, de Weg, en de Waarheid en 't Leven,
Hij alleen! Hij alleen!
[chorus]
O, kiest Hem als uw Vriend nog heden,
Hij zendt u nimmer troost'loos heen;
Nooit zag 'k een Vriend,
Die zo trouw was als Jezus,
Neen, nooit één! Neen, nooit één