[1]
Nimmer blonk een schoner licht.
Nimmer klonk een blijder toon,
Dan toen Hij op d' aarde kwam,
Hij, des Vaders een'ge Zoon.
d' Eng'len lofzang deed zich horen:
Uw Verlosser is geboren!
Klink' nu zang en snarenspel:
"God met ons, God met ons,
God met ons, Immanueël"
[2]
't Englenkoor juicht: Eer zij God,
Vreed' op aard brengt 's Vaders Zoon;
Welbehagen in de mens.
Prijst des Vaders gunstbetoon.
Ouden, jongen, zingt in koren:
Onze Heiland is geboren!
Juicht bij zang en snarenspel:
"God met ons, God met ons,
God met ons, Immanueël"
[3]
Welkom, Kerstnacht, zijt gij ons
Werd niet in die blijde stond,
's Hemels vreed' en zaligheid
Ons door eng'len toen verkond?
Volken, natiën en tongen,
Nu in eenheid lofgezongen!
Juicht bij 't feestlijk orgelspel:
"God met ons, God met ons,
God met ons, Immanueël"