[1]
Nu zijt welle kome, Jezu lieve heer!
Gij komt van alzo hoge van alzo veer.
Nu zijt welle kome
van de hoge Hemel neer.
Hier al in dit Aardrijk
zijt gij gezien nooit meer.
Ky-ri-e-leys
[2]
d' Herders op de velden
hoorden een nieuw lied;
Dat Jezus was geboren,
zij wisten 't niet;
Gaat aan gene straten
en gij zult het vinden klaar
Bethlem is de stede,
daar 't is geschied voorwaar.
Ky-ri-e-leys
[3]
d' Heilige drie Koon'g
uit zo verre land
Zij zochten onze Here,
met offerhand
Zij offerden ootmoediglijk
Myr', Wierook ende Goud,
t' Eere van het Kindje,
dat alle ding behoudt,
Ky-ri-e-leys