(623) Ver boven 't prachtig sterrendak
[1]
Ver boven 't prachtig sterrendak,
Daar is een heerlijk oord,
Waar Eng'len in hun blinkend kleed
God prijzen, ongestoord.
Het "heilig, heilig is de Heer!"
weergalmt de hemel door;
Straks mengt ook menig' kinderstem
Zich in dat Eng'lenkoor.
[chorus]
Zo wij geloven in Gods Zoon,
Dan juichen w' ook eens voor de troon,
Dan zien w' elkander zalig weêr,
En scheiden nimmer, nimmer meer.
[2]
O God! plant Zelf door Uw genâ
Die hoop in ons gemoed.
En was ons daartoe rein van schuld
In Jezus' dierbaar bloed.
Genaakt dan eens ons stervensuur,
Zo zijn wij voorbereid,
Om in te gaan tot Uwe vreugd
In 't rijk der heerlijkheid.
[chorus]
Zo wij geloven in Gods Zoon,
Dan juichen w' ook eens voor de troon,
Dan zien w' elkander zalig weer,
En scheiden nimmer, nimmer meer