(174) Hoor, de eng'len zingen d' eer
174
[1]
Hoor, de eng'len zingen d' eer
van de nieuw geboren Heer!
Vreed' op aarde, 't is vervuld:
God verzoent der mensen schuld.
[2]
Voegt u, volken, in het koor
dat weerklinkt de hemel door,
zingt met algemene stem
voor het kind van Bethlehem!
Hoor, de eng'len zingen d' eer
van de nieuw geboren Heer!
[3]
Hij die heerst op 's hemels troon,
Here Christus, Vaders Zoon,
wordt geboren uit een maagd
op de tijd die God behaagt.
[4]
Zonne der gerechtigheid,
woord dat vlees geworden zijt
tussen alle mensen in
in het menselijk gezin.
Hoor, de eng'len zingen d' eer
van de nieuw geboren Heer!
[5]
Lof aan U die eeuwig leeft
en op aarde vrede geeft,
Gij die ons geworden zijt
taal en teken in de tijd,
[6]
al uw glorie legt Gij af
ons tot redding uit het graf,
dat wij ongerept en rein
nieuwgeboren zouden zijn.
Hoor, de eng'len zingen d' eer
van de nieuwgeboren Heer!