(706) In de heilige stad met de straten van goud
[1]
In de heilige stad, met de straten van goud,
Vloeit de stroom met het water des levens;
Daar is wonderlijk licht, zoals nooit is aanschouwd.
Maar 't heerlijkst is: dáár zien wij Jezus.
[chorus]
O, welk een vreugd zal het wezen,
Daar al de wond'ren te zien,
Van de heilige stad, met de straten van goud,
Maar 't heerlijkst is: dáár zien wij Jezus.
[2]
De in Jezus ontslaap'nen, ontrukt aan de dood,
De heil'gen verandert bij 't leven,
Die schare te zien, 't is heerlijk en groot.
Maar 't heerlijkst is: dáár zien wij Jezus.
[chorus]
O, welk een vreugd zal het wezen,
Daar al de wond'ren te zien,
Van de heilige stad, met de straten van goud,
Maar 't heerlijkst is: dáár zien wij Jezus.
[3]
O, heerlijk zal 't zijn, als 'k door Hem begeleid
De wond'ren aanschouw van de hemel.
Geen nacht meer, geen dood, geen ziekte, geen strijd,
Maar 't heerlijkst is: dáár zien wij Jezus.
[chorus]
O, welk een vreugd zal het wezen,
Daar al de wond'ren te zien,
Van de heilige stad, met de straten van goud,
Maar 't heerlijkst is: dáár zien wij Jezus.
[4]
Als de bruidsluier valt en Zijn blik mij begroet,
Als 'k Hem gelijkvormig zal wezen;
Als 'k hen die 'k hier mis, daar weder begroet,
Voor eeuwig vereend dan bij Jezus .
[chorus]
O, welk een vreugd zal het wezen,
Daar al de wond'ren te zien,
Van de heilige stad, met de straten van goud,
Maar 't heerlijkst is: dáár zien wij Jezus