(718) Breng mij d' aloude tijding
[1]
Breng mij d' aloude tijding,
De tijding van Gods troon,
Van Jezus' zondaarsliefde,
De liefde van Gods Zoon;
O, breng ze mij eenvoudig,
Als aan een zeer kleinkind.
Want ik ben zwak en moede,
tot dwalen steeds gezind.
[chorus]
Breng mij d' aloude tijding.
Breng mij d' aloude tijding.
Breng mij d' aloude tijding.
Van 't heil in Jezus'bloed.
[2]
Breng mij de tijding duid'lijk
Hoe mij de Heiland zocht;
Vertel mij van verlossing,
Door Jezus' bloed gewrocht;
Spreek daarvan vroeg en spade
Want ik vergeet zo ras;
Geen morgendouw wijkt sneller
Van 't heerlijk lentegras.
[chorus]
Breng mij d' aloude tijding.
Breng mij d' aloude tijding.
Breng mij d' aloude tijding.
Van 't heil in Jezus'bloed.
[3]
Breng mij de tijding zachtkens
In diepe ernst van toon;
Gedenk ik ben de zondaar,
Voor wie God gaf Zijn Zoon!
Breng mij die tijding daag'lijks.
Weerhoud toch niets daarvan;
Breng mij de volle tijding,
Die zielen troosten kan.
[chorus]
Breng mij d' aloude tijding.
Breng mij d' aloude tijding.
Breng mij d' aloude tijding.
Van 't heil in Jezus'bloed.
[4]
Breng mij dezelfde tijding,
Zo vaak ik blijken geef
Van wereldzin en zonde,
En ik voor God niet leef;
En als mijn sterfuur nadert,
Mijn loop ten einde spoedt;
Breng mij dan d' oude tijding
van 't heil in Jezus' bloed.
[chorus]
Breng mij d' aloude tijding.
Breng mij d' aloude tijding.
Breng mij d' aloude tijding.
Van 't heil in Jezus'bloed