[1]
Des Hemels Eng'lenschaar
Verheft bij stem en snaar
Gods Zoon, de Middelaar:
Dit heilig koor vol glans en licht
Zingt met omsluierd aangezicht:
't Heilig, heilig is God,
Heilig is God,
De Here Zebaoth.
[2]
En Jezus' Bruidsgemeent',
Zijn vlees en Zijn gebeent',
Zingt met dat koor vereend:
Bij 't aards en Hemels snarenspel
Verheft hun lied Immanuël:
"Eer zij Gods Offerlam,
Wiens liefdevlam
Vloek en schuld van ons nam."
[3]
Haast keert verheerlijkt weer
Der heren Opperheer,
Omringt van glans en eer.
Dan als van schrik de wereld vliedt
Roemt Zijn Gemeent' in jubellied
Hem in Haar maat'loos tal
Met feestgeschal
Beheerser van 't heelal.