[1]
Niet door mijn werk ben ik verlost geworden;
Neen, 't is alleen het werk van Gods gena,
'k Weet dat voor eeuwig nu mijn schuld bedekt is,
Door 't dierbaar bloed gestort op Golgotha.
[chorus]
Verlost door het dierbaar bloed van Jezus,
Goud noch zilver kocht mijn ziele vrij;
Maar 't bloed van het Lam,
Het kostbaar,dierbaar bloed,
Dat alleen maakt onze zielen vrij.
[2]
God bood de mens een weg tot zijn verlossing;
Het is de weg van 't kostbaar, dierbaar bloed.
Dat bloed is ook voor mij de een'ge pleitgrond,
Want 'k weet daardoor voor goed mijn schuld geboet.
[chorus]
Verlost door het dierbaar bloed van Jezus,
Goud noch zilver kocht mijn ziele vrij;
Maar 't bloed van het Lam,
Het kostbaar,dierbaar bloed,
Dat alleen maakt onze zielen vrij.
[3]
Aanvaard o mens! dit bloed door God gegeven,
Veracht het niet, neem 't nu gelovig aan,
Het schenkt reeds vrede en rust hier in dit leven,
En 't doet de dood blijmoedig tegengaan.
[chorus]
Verlost door het dierbaar bloed van Jezus,
Goud noch zilver kocht mijn ziele vrij;
Maar 't bloed van het Lam,
Het kostbaar,dierbaar bloed,
Dat alleen maakt onze zielen vrij