(746) Als eenmaal breekt mijn aardse huis
[1]
Als eenmaal breekt mijn aardse huis
En d' ure nadert van het sterven,
Doe mij dan, Heer, als vrucht van 't kruis,
Des Heilands zaligheid beërven.
Want Jezus zien, Hem hulde biên,
Dat is mijn innig zielsbegeren.
Verlost van 't stof,
Volmaakt in lof,
Zal 'k daar mijn Heiland eeuwig eren.
[2]
Leid mij door 't leven, trouwe God,
Help mij Uw grote Naam verkonden;
Bestuur naar Uwe wil mijn lot
En reinig mij van al mijn zonden
Welk kostbaar goed
Is Jezus' bloed!
De Herder stierf voor Zijne schapen.
Nu is de dood
Geen stervensnood,
Maar slechts een zacht in Hem ontslapen.