[1]
Kom, o Immanuël, doel mijner zangen!
Gij mijner ziele troost, kom spoedig weer!
Hoor 't roepen van Uw bruid, 't smachtend verlangen,
Eeuwig vereend te zijn met U, o Heer!
Wil ons bereiden, De ziel bevrijden,
Van 's lichaams slavernij, kom spoedig, Heer!
[2]
Kom Isrels Koning, kom, kom met de wolken,
Kom in Uw majesteit, vel satan neer.
Luister naar 's aardrijks klacht, 't zuchten der volken,
Schenk waarheid, vrede en recht aan de aarde weer.
Toon in Uw wonden 't Mensdom zijn zonden;
Dat alles voor U buig'! kom haast'lijk Heer!
[3]
Zouden mijn vrienden me ook allen verlaten,
Werd om Zijn Naam mij hun spot niet bespaard,
Zou me ook de wereld vervolgen en haten,
Moest ik ook wand'len als vreemd'ling op aard,
Wat 'k ook verlieze, 'k Blijf Hem verkiezen.
Jezus, Gij zijt mij meer dan alles waard.