(185) Komt nu, gij herders, gij allen tezaam
185
[1]
Komt nu, gij herders,
gij allen tezaam,
Komt en verheerlijkt de eeuwige Naam!
Christus de Heer is heden geboren,
die God ten Heiland ons heeft verkoren.
Weest niet bevreesd!
[2]
Laat ons bewond'ren
in Bethlehems stal
wat ons beloofd werd met jubelgeschal.
Laat ons verkonden, die wij daar vonden,
laat ons Hem prijzen op schone wijzen!
Halleluja!
[3]
Waarlijk verkondigt
de engelenschaar
Bethlehems herders de heug'lijkste maar:
Christus doet vrede voor ons weer dagen,
God heeft in mensen een welbehagen!
Ere zij God!