(803) Geef de Heiland 't roer in handen
[1]
Geef de Heiland 't roer in handen
van uw aardse levensschip;
Hij zal veilig u doen landen,
Hij kent elke rots en klip.
Zij uw scheepje groot of klein,
Laat de Heiland Stuurman zijn (bis).
[2]
Hoe ook stormen mogen woeden,
laat het roer stil in Zijn hand;
Hij zal in 't gevaar behoeden,
Hij brengt veilig u aan land.
Beeft g'ook al van angst en pijn,
laat de Heiland Stuurman zijn (bis).
[3]
Blijf toch rustig Hem geloven,
richt bij 't felste stormgedruis,
't hart omhoog, het oog naar boven;
Daar bracht Hij reeds velen thuis.
Hoe ook alles donker schijn',
laat de Heiland Stuurman zijn (bis).
[4]
Veel gevaar bedreigt het leven,
maar het grootst' is als 'k niet stil,
alles aan Hem overgeven,
en ook zelf nog sturen wil.
Daarom Heiland, houd mij klein,
en wil Gij maar Stuurman zijn (bis).