[1]
O, kind van God, wacht met geduld
In 't donk're van de nacht;
Leun in 't geloof op uwe Heer,
En reken op Zijn kracht.
[chorus]
Jezus, mijn Heiland, Hij bidt voor mij,
Maakt mijn ziel vrij en blij,
Komen er stormen, 'k vrees niet meer,
Want Jezus is nabij.
[2]
O, kind van God, uw dierb're Heer
Verdrijft de vrees uit 't hart;
Hij trekt u heel dicht aan Zijn zij,
Daar stilt de felste smart.
[chorus]
Jezus, mijn Heiland, Hij bidt voor mij,
Maakt mijn ziel vrij en blij,
Komen er stormen, 'k vrees niet meer,
Want Jezus is nabij.
[3]
O, kind van God, wacht op uw Heer!
Zijn komst is zeer nabij!
Hij komt! het morgenlicht breekt door.
En dan zijt g' eeuwig vrij.
[chorus]
Jezus, mijn Heiland, Hij bidt voor mij,
Maakt mijn ziel vrij en blij,
Komen er stormen, 'k vrees niet meer,
Want Jezus is nabij