[1]
Gij dienaars van Hem,
die alles regeert,
verenigt uw stem, verheft en vereert
de Naam aller namen, vol rijkdom en kracht,
bezing hem tezamen, Gods arm is met macht.
[2]
God heerst van Zijn troon in 't heilige licht,
maar zoekt in de Zoon, wie machteloos ligt.
De heiligen loven reeds hier in hun lied,
met d' engelen boven, het heil, hun
geschied.
[3]
Aan Hem zij het lied der wereld
gewijd,
die eens uit het niet 't heelal heeft
bereid,
de dank, de aanbidding, de wijsheid en kracht,
om eeuwige redding der wereld
gebracht. Amen, amen.