[1]
Kind'ren Gods bereidt de lampen,
't Middernacht'lijk uur genaakt.
Weldra zal de Bruigom komen,
Gordt de lendenen dus en waakt,
't Doel niet uit het oog verloren,
Waartoe God ons heeft verkoren;
Jezus maakt als vrucht van 't kruis,
Plaats voor ons in 't Vaderhuis.
[2]
Spoedig klinkt, 't kan zijn nog heden
In de lucht des Heren stem;
Hij komt dan Zijn volk vergaad'ren,
Dat zij eeuwig zijn met Hem,
't Bruiloftsfeest gaat dra beginnen,
Reinigt daarom hart en zinnen;
Vlekk'loos wit moet zijn uw kleed,
Maakt u voor Zijn komst gereed.
[3]
't Lam te volgen waar het heengaat,
T' overwinnen door Zijn Bloed;
Zonde en wereld te verzaken,
Wand'lend in een rein gemoed.
Niet versagen in het strijden,
Jezus' Naam getrouw belijden,
Dat is d' eis voor deze tijd,
Jezus komt! houdt u bereid.