[1]
O, liefde Gods, oneindig groot,
o wonder, dat Gij kwam voor mij.
Gij droeg voor mij de schuld en dood.
Gij stierf, ik weet, ik ben nu vrij.
[chorus]
O, liefde Gods, oneindig groot,
Gij stierf aan 't kruis voor mijne schuld.
O liefde Gods, oneindig groot.
Gij stierf aan 't kruis voor mijne schuld.
[2]
Hij riep voor mij: Het is volbracht.
Zijn liefde groot schonk mij genĂ¢.
Zijn bloed kocht vrij van zondemacht.
Zijn heil en goedheid volg' mij na.
[3]
Ik ben verlost, leef tot Zijn eer.
Ik ben van Hem en Hij is mijn.
Ik leef door Hem, mijn God en Heer,
bekleed met Zijn gerechtigheid.