[1]
Hoe breng ik de dank voor het al,
wat Gij doet voor mij.
Alles onverdiend, slechts genĂ¢,
die maakt me vrij en blij.
De stemmen van een leger eng'len
zingen voor mijn blijdschap niet genoeg.
Al dat ik ben en eens vertrouw te zijn,
gaf Gij, voordat ik 't vroeg.
Aan God is de glorie,
Hem zij de victorie.
Aan God is de glorie,
voor Zijn Geest en Zijn Zoon.
Want de Geest wil mij leren
om God meer te begeren.
Zijn Zoon heeft geleden
aan het kruis, ook voor mij.
Hij wijst de weg naar U,
laat ik die volgen, o Heer.
Samen met U, door Uw kracht,
zal ik opstaan, keer op keer.
Uit gena bent U bij mij.
In 't geloof voel ik me blij.
Aan God is de glorie,
voor zo veel dat Hij doet.