(959) Breng dank aan de Eeuwige
[1]
Breng dank aan de Eeuwige;
breng dank aan de Heilige;
breng dank aan onze Vader
Die ons Jezus zond.
Breng dank aan de Eeuwige;
breng dank aan de Heilige;
breng dank aan onze Vader
Die ons Jezus zond.
[2]
Want nu zegt de zwakke: "ik ben sterk".
Zegt de arme: "ik ben rijk"
om wat de Here heeft gedaan voor ons.
Want nu zegt de zwakke: "ik ben sterk".
Zegt de arme: "ik ben rijk"
om wat de Here heeft gedaan voor ons.
Breng dank, breng dank.