(968) Majesteit
[1]
Majesteit, groot is Zijn majesteit;
lof zij Jezus
en glorie, hulde en eer.
Majesteit, God, Die de Zijnen leidt.
Vanaf Zijn troon vestigt de Zoon
Zijn heerschappij.

Dus verhoog, maak eeuwig groot de naam van Jezus.
Volk van God, kom en breng lof aan Jezus de Koning.
Majesteit, groot is Zijn majesteit.
Dwars door de dood werd Hij verhoogd, Jezus regeert.