[1]
Prijst Hem, prijst Hem, Jezus, de machtige Redder.
Roemt Zijn liefde, eeuwig en wereldwijd.
Looft Hem, looft Hem, engelen, vol van Zijn glorie.
Brengt Hem hulde, sterkte en heerlijkheid.
Als een Herder draagt Hij ons in Zijn armen,
waar Hij ons barmhartig Zijn liefde geeft.
[chorus]
Prijst Hem, prijst Hem, om Zijn geweldige grootheid.
Prijst Hem, prijst Hem, alles wat adem heeft.
[2]
Prijst Hem, prijst Hem, Jezus, de machtige Redder.
Om ons dwalen droeg Hij een doornenkroon.
Onze hoop, van wie wij verlossing verwachten.
Kroont Hem, kroont Hem, Jezus de Mensenzoon.
Als een Offerlam heeft Hij de schuld gedragen.
Wat een liefde dat Hij ons leven geeft.
[3]
Prijst Hem, prijst Hem, Jezus, de machtige Redder.
Laat de hemel jubelen tot zijn eer.
Jezus, Koning, Hij zal voor eeuwig regeren.
Kroont Hem, kroont Hem, Priester, Profeet en Heer.
Als Hij wederkomt, schitterend in zijn glorie,
buigt zich voor Hem al wat op aarde leeft.