[1]
Hij kwam bij ons, heel gewoon,
de Zoon van God als mensenzoon.
Hij diende ons als een knecht
en heeft Zijn leven afgelegd.
[chorus]
Zie onze God, de Koningknecht,
Hij heeft Zijn leven afgelegd.
Zijn voorbeeld roept om te dienen ied're dag,
gedragen door Zijn liefd' en kracht.
[2]
En in de tuin van de pijn
verkoos Hij als een lam te zijn,
verscheurd door angst en verdriet,
maar toch zei Hij: Uw wil geschied'.
[3]
Zie je de wonden zo diep.
De hand die aard' en hemel schiep,
vergaf de hand die Hem sloeg.
De Man, die onze zonden droeg.
[4]
Wij willen worden als Hij.
Elkanders lasten dragen wij.
Wie is er need'rig en klein?
Die zal bij ons de grootste zijn.