(1008) Halleluja!
[1]
Wij vormen één groot huisgezin,
trots onderscheid van kerk.
De blijde Maranatha-hoop
maakt ons verheugd en sterk.
[chorus]
Halleluja! Halleluja!
Door Zijn kruisdood bracht Hij alles weer tezaam!
Halleluja! Halleluja!
Lof en eer zij Jezus' grote Naam!
[2]
Wij staan op 't fundament der Schrift, aanvaarden 't Woord zo 't is,
geloven in 't verzoenend Bloed
tot schuldvergiffenis.
[3]
Eén God en Vader boven ons,
één Heer, één Geest, één Doop,
één lichaam is het, één Geloof,
geroepen tot één Hoop.
[4]
Eén offer dekt ons aller schuld,
één losprijs kocht ons vrij,
één Hogepriester bidt voor ons,
één Trooster staat ons bij.
[5]
Wij zijn verbonden door één band,
wij luist'ren naar één stem,
wij reizen samen naar één stad:
naar 't Nieuw Jeruzalem.