(206) Op die heuvel daarginds
206
[1]
Op die heuvel daarginds
stond een ruw houten kruis,
het symbool van vervloeking en schuld;
maar dat kruis werd de mens
tot het kostbaarst kleinood,
daar Gods wet aan dat hout werd vervuld.
[chorus]
Daarom kniel ik bij Golgotha's kruis,
tot de Heer komt en met Hem het loon.
Als de grote dag aanbreekt
en Hij roept mij thuis,
dan ontvang ik de eeuwigheidskroon.
[2]
O, dat ruw houten kruis,
door de wereld veracht,
heeft een wond're bekoring en macht;
want Gods Zoon liet zijn troon,
Hij droeg smaadheid en hoon
om de vreugd,
die dat kruis voor ons bracht.
[chorus]
Daarom kniel ik bij Golgotha's kruis,
tot de Heer komt en met Hem het loon.
Als de grote dag aanbreekt
en Hij roept mij thuis,
dan ontvang ik de eeuwigheidskroon.
[3]
Van dat ruw houten kruis
met het bloed van Gods Zoon
straalt een licht
dat door niets wordt gedoofd,
vol van schoonheid en pracht,
vol van reddende kracht
voor een ieder die in Hem gelooft.
[chorus]
Daarom kniel ik bij Golgotha's kruis,
tot de Heer komt en met Hem het loon.
Als de grote dag aanbreekt
en Hij roept mij thuis,
dan ontvang ik de eeuwigheidskroon.
[4]
Help mij, Heer, aan dat kruis
trouw te zijn tot de dood,
ook als hier smaad en spot is mijn loon;
want de Heer droeg mijn straf,
nam de schuld van mij af.
't Werd de toegang
voor mij tot Gods troon.
[chorus]
Daarom kniel ik bij Golgotha's kruis,
tot de Heer komt en met Hem het loon.
Als de grote dag aanbreekt
en Hij roept mij thuis,
dan ontvang ik de eeuwigheidskroon