[1]
Veilig bij Jezus, veilig bij Jezus,
daar is geen onrust en zorg;
't is mijn begeren daar te verkeren,
dicht bij mijn Heiland en Borg.
Daar in Zijn armen vind ik erbarmen,
balsem en troost voor mijn smart;
in al mijn noden tot Hem gevloden,
vind ik steeds rust aan Zijn hart.
[chorus]
'k Zie steeds op Jezus, 'k zie steeds op Jezus,
als mij de vijand ontmoet;
Hij kan bestrijden, Hij kan bevrijden,
'k weet, dat Hij steeds mij behoedt.
[2]
Vol mededogen rusten Zijn ogen
op ieder hulpzoekend kind;
hemelse machten sterken mijn krachten,
Hij is mijn tederste vrind.
[3]
Strijden voor Jezus, strijden voor Jezus,
't volgen van Hem is mijn keus;
Voor Jezus buigen, van Hem getuigen,
wereld voor Jezus mijn leus!
Waarom zou 'k klagen? Hij toch wil schragen,
draagt alle zorgen voor mij;
Hij geeft mij vrede, reeds hier beneden,
Zijn dienst maakt zalig en blij.