[chorus]
Ik ben veilig in Jezus' armen.
Veilig ben ik bij Hem.
Ik ben veilig in Jezus' armen.
Er is nergens een plek waar ik
zo veilig ben.
[1]
Ben ik soms eenzaam
en heb ik verdriet.
Is het soms net
alsof niemand me ziet.
Net of er niemand meer
is die me mist.
Dan mag ik weten
dat Jezus er is.
[2]
Als ik door anderen
soms wordt gepest.
Zeggen ze: 'Nee,
jij hoort niet bij de rest'.
Dan ben ik blij
dat ik Jezus ken.
Hij is mijn Vriend
en ik hoor bij Hem.
[chorus 2]
Jij bent veilig in Jezus' armen.
Veilig ben jij bij Hem.
Jij bent veilig in Jezus' armen.
Er is nergens een plek waar jij
zo veilig bent.