(76) Ik heb een plekje voor Jezus

[1]
Ik heb een plekje voor Jezus.
De deur zet ik open voor Hem.
Hier in mijn hart mag Hij wonen.
Hij weet zo precies wie ik ben.
[chorus]
Kom bij me binnen, Heer Jezus,
Jezus, Jezus.
Kom bij me binnen, Heer Jezus.
Ja, U bent welkom, Heer.
[2]
Ik heb een plekje voor Jezus.
Hij vindt me beslist niet te klein.
Hij maakt het vrolijk van binnen.
Wat vuil is dat kan er niet zijn.
[3]
Heb jij een plekje voor Jezus?
Precies wie je bent is okee.
Doe dan je hart voor Hem open.
En zing het gewoon met me mee.