[1]
Overal, in ieder oord
heerst Gods krachtig scheppingswoord.
't Woord dat alle leven schiep,
man en vrouw tot antwoord riep.
[2]
't Woord van God,
die eens met macht
licht bracht in de chaosnacht:
op de eerste scheppingsdag
èn toen Hij ons Jezus gaf.
[3]
't Woord van Christus,
die de schuld
heeft gedragen in geduld,
ons de last ontnomen heeft;
door zijn dood ons leven geeft.
[4]
't Woord vol leven van de Geest,
die ons voortleidt tot Gods feest,
die ons helpt Gods kind te zijn,
levend van zijn brood en wijn.
[5]
Woord van leven, op u wacht
't hele menselijk geslacht;
laat ons vreugdevol en blij
leven in uw heerschappij.
[6]
Zie, de oogsttijd breekt nu aan:
wit zijn velden van het graan.
Bidt om maaiers meer dan ooit,
oogstend wat is uitgestrooid.