[1]
Wees niet bang, wees niet bang,
Ik roep je bij je naam.
Wees niet bang, wees niet bang,
Van nu af gaan we samen.
En al zou je door het vuur gaan,
je brandt je er niet aan.
Ik ben bij je, Ik ben bij je,
om mee te gaan.
Ik ben bij je, Ik ben bij je.
[2]
Wees niet bang, wees niet bang,
Ik roep je bij je naam.
Wees niet bang, wees niet bang,
van nu af gaan we samen.
En al ga je door rivieren,
ze spoelen ze jou niet weg.
Ik ben bij je, Ik ben bij je,
heel de weg.
Ik ben bij je, Ik ben bij je.
[3]
Wees niet bang, wees niet bang,
Ik roep je bij je naam.
Wees niet bang, wees niet bang,
van nu af gaan we samen.
En als de anderen je plagen
misschien de hele klas.
Ik ben bij je, Ik ben bij je,
Ik hou je vast.
Ik ben bij je, Ik ben bij je,
om mee te gaan,
Ik ben bij je, Ik ben bij je,
Voortaan!