[1]
Johannes, wat moeten wij doen?
Wij zoeken de weg des Heren
en wilden wel naar Hem toe,
maar weten niet waar en hoe.
[2]
Wie twee stel klederen heeft,
die klede de onbeklede,
wie dubbel te eten heeft,
die geve wie honger heeft.
[3]
Johannes wat moeten wij doen?
Wij tollenaars en soldaten,
wij wilden wel naar Hem toe,
maar weten niet waar en hoe.
[4]
Tollenaars, hebt genoeg
aan wat u is voorgeschreven,
soldaten, het zij u genoeg
te vorderen wat u voegt.
[5]
Johannes, wat moeten wij doen?
Zijt gij het op wie wij wachten?
Wij wilden wel naar Hem toe,
maar weten niet waar en hoe.
[6]
Ik die u met water doop,
bereid de weg des Heren,
maar die met zijn Geest u doopt,
Hij is het op wie gij hoopt.