[1]
De hemel is opengesprongen,
de Naam werd vlees en bloed,
de engelen hebben gezongen
de wereld tegemoet.
[2]
Maar vlees en bloed zijn gebroken,
vergoten en vergaan.
Toen ging de aarde open,
de Naam is opgestaan.
[3]
En die het hoorden en zagen
die hebben het voortgezet
ondanks de listen en lagen
van de wereldse wet.
[4]
En sommigen zijn gestenigd
omdat de Geest hen dreef,
zij zijn met de Naam verenigd
die sterft en eeuwig leeft.
[5]
Want wie de krans heeft gewonnen,
voor hem is het wachten gedaan
en het jaar des Heren begonnen.
Hij ziet de Koning aan.