[1]
Alles wat over ons geschreven is
gaat Gij volbrengen deze laatste dagen,
alle geboden worden thans voldragen,
alle beproeving van de wildernis.
[2]
Gods schepping die voor ons gesloten bleef
ontsluit Gij weer, Gij opent onze harten,
die Zoon van David zijt en Man van Smarte,
Koning der Joden die de dood verdreef.
[3]
Jezus, de haard van uw aanwezigheid
zal in ons hart een vreugdevuur ontsteken.
Gij gaat vooraan, Gij zult ons niet ontbreken,
Gij Hogepriester in der eeuwigheid.
[4]
Gij onderhoudt de vlam van ons bestaan,
aan U, o Heer, ontleent het brood zijn leven,
ons is een lofzang in de mond gegeven,
sinds Gij de weg van 't offer zijt gegaan.
[5]
Dit is uw opgang naar Jeruzalem
waar Gij uw vrede stelt voor onze ogen,
vrede aan allen die uw naam verhogen:
heden hosanna, morgen kruisigt Hem!